Bedrijfsvoering

Garantiebanen
Het kabinet en de sociale partners hebben in de Wet banenafspraak vastgelegd dat werkgevers extra banen moeten creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Zo dienen in 2026 100.000 banen in de marktsector en in 2024 25.000 banen bij de overheid gerealiseerd te zijn.

De gemeente Nissewaard zal eind 2024 in de eigen organisatie 21,14 fte aan garantiebanen gerealiseerd moeten hebben. Een groot deel van deze banen worden al gerealiseerd bij het team Groen & Schoon van Voorne-Putten Werkt (VPW).

Begin 2022 (q1/2) zijn binnen de gemeente, inclusief de plekken bij VPW, totaal 24,25 [1] fte gerealiseerd. Voldoende om aan het gestelde quotum te voldoen. Echter zal, vanuit de maatschappelijke opgave en het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt, het behouden van deze taakstelling over de jaren 2023 en verder van belang zijn. Hierbij rekening houdend met verloop, wijziging in werkuren, kunnen bieden van juiste begeleiding en taken op niveau.

Aandachtspunt is de doorwerking vanuit de CAO gemeenten in relatie tot de nieuwe CAO SW en de CAO Aan de Slag. Zo kent de CAO gemeenten vanaf 1 januari 2022 een minimumloon van 14 euro bruto per uur, daar waar dit in de andere CAO’s niet geldt.

Voor de mensen die in het doelgroepregister staan en naar een garantiebaan op zoek zijn, is en blijft
het streven om een werkplek te vinden die maximaal aansluit bij het vermogen van de medewerker en aan de slag kunnen bij ons als werkgever.

Rechtmatigheidsverantwoording naar 2023
De ingangsdatum van de rechtmatigheidsverantwoording is opnieuw met 1 jaar uitgesteld. In 2023 zal het college van Burgemeester en Wethouders een rechtmatigheidsverantwoording moeten afgeven in de jaarstukken van de gemeente. In deze verantwoording moet het college zelf een uitspraak moeten doen over de rechtmatigheid van de inkomsten en uitgaven in de jaarrekening. De rechtmatigheidsverantwoording stelt hoge eisen aan de interne controle en de verbijzonderde interne controle van de organisatie. In de afgelopen jaren is daarom reeds gestart met de voorbereidingen. Bij de jaarrekening 2021 heeft het college een notitie over de rechtmatigheid van aanbestedingen gemaakt. Ook bij de tussentijdse rapportages wordt hierover vanaf heden gerapporteerd. De organisatie zal hiertoe de noodzakelijke werkzaamheden verrichten om begin 2023 -bij wijze van proef- een eerste rechtmatigheidsverantwoording over 2022 op te stellen.  

Hybride werken
Tijdens de coronacrisis hebben we volop kennis gemaakt met het grootste thuiswerkexperiment ooit. Aan de hand van dit inzicht en resultaten hebben we veel meer inzicht gekregen wat wel en vooral ook niet werkt. We gaan al deze ervaringen gebruiken voor het hybride werken. Gemeente Nissewaard omarmt het hybride werken en samen met DT/ IMT, leidinggevenden en alle collega’s wordt invulling gegeven aan wat hybride werken voor Nissewaard inhoudt.
Bij het hybride werken is het vooral van belang hoe je in contact blijft met de inwoners, organisatie en collega’s. Kortom, de verbondenheid met de gemeente Nissewaard. In de coronatijd hebben we gebruik kunnen maken van een goede basis die in de jaren daarvoor is opgebouwd. Niet alleen productie leveren, maar ook de tijd nemen om met elkaar af te stemmen. Samenwerken op locatie, eens op een andere manier kijken naar de uitdagingen die op ons pad komen en collega’s tegen te komen. Vaak zit het in deze simpele dingen om die verbinding te voelen en er samen voor te gaan en het verschil te maken.

Hybride werken staat voor het flexibel kiezen van de tijd, locatie en de wijze waarop het werk plaatsvindt. De keuze wordt niet bepaald door het beschikbare gebouw (of de gewoonte om naar kantoor te gaan) maar het type werk, het doel van de activiteit, de gewenste mate van interactie, de efficiëntie van communicatie en de persoonlijke voorkeuren van medewerkers en klanten (bron A&O fonds). Het hybride werken past goed bij de organisatie die we willen zijn: een wendbare organisatie die dichtbij de maatschappij en haar inwoners staat. Ook is het mogelijk om een betere balans te vinden tussen werk en privé. Op deze hybride manier werken vraagt om flexibiliteit van jou, maar ook van je collega’s en ook de organisatie. Samen moeten we het hybride werken, voor ons laten werken. Daarvoor hebben het DT en het IMT uitgangspunten geformuleerd die het vertrekpunt zijn, een basis waarmee we beginnen. Want hoe we het gaan doen, dat gaan we met elkaar ontdekken en daarin blijven we ontwikkelen.

Pensioenen

Op 30 maart 2022 is het voorstel Wet Toekomst Pensioenen ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel geeft invulling aan de afspraken die de regering en sociale partners in het Pensioenakkoord in 2019 hebben gemaakt.  De beoogde ingangsdatum van het wetsvoorstel is 1 januari 2023. Na de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel (met ingang van 2023) ontstaat een overgangsfase van vier jaar (2023 – 2027). Tijdens deze periode moeten werkgevers en werknemers een arbeidsvoorwaardelijke pensioenregeling overeenkomen die past binnen het nieuwe wettelijke kader. Daarin moeten pensioenuitvoerders vervolgens die nieuwe (of aangepaste) pensioenregelingen implementeren. Binnen deze overgangsfase kunnen de betrokken partijen zelf het moment kiezen vanaf welke datum de nieuwe pensioenregeling van kracht wordt. Gedurende de overgangsfase zijn het oude en het nieuwe wettelijk pensioenkader dus gelijktijdig van toepassing.
Uiterlijk op 1 januari 2027 dient de pensioenregeling aangepast te zijn aan het nieuwe fiscale kader. In de periode tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2027 geldt een overgangsperiode. In die periode is het nog mogelijk om pensioen op te bouwen binnen het huidige fiscale kader mits deze pensioenopbouw plaatsvindt in een op 31 december 2022 bestaande pensioenregeling.

Het wetsvoorstel stelt geen inhoudelijke wijzigingen voor ten aanzien van het partnerpensioen bedoeld ter dekking van het risico op overlijden na pensioendatum.

De verantwoordelijkheid voor pensioen komt meer bij de werknemer te liggen. Het nieuwe pensioenstelsel moet zorgen voor meer transparantie, toegankelijkheid, flexibiliteit en toekomstbestendigheid.

Op het pensioen voor politieke ambtsdragers is de APPA-regelgeving van toepassing.
Met ingang van 1 januari 2022 is voor vijf jaar een contract aangegaan voor de APPA-uitvoeringstaken. In de begroting is een voorziening opgenomen die de pensioen- en nabestaandenaanspraken garanderen. In 2023 worden de landelijke ontwikkelingen gemonitord.

[1]  25,5 = 1 garantiebaan